juzgar

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /xusˈɰaɾ/

Woordafbreking

• juz·gar

Werkwoord

juzgar

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
juzgar	juzgaba	juzgado
	volledig

1. overgankelijk (juridisch) berechten
2. beoordelen, oordelen

Synoniemen

• [1] criticar

Verwante begrippen

• [1] ajusticiar

Verwijzingen

• juzgar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española