rúta

Niet te verwarren met: ruta

Rútur
Autobussen

IJslands

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈruːta /

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van de Engelse zelfstandige naamwoorden route

Klasse f1 zwak	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	rúta	rútan	rútur	rúturnar
genitief	rútu	rútunnar	rúta rútna	rútanna rútnanna
datief	rútu	rútunni	rútum	rútunum
accusatief	rútu	rútuna	rútur	rúturnar

Zelfstandig naamwoord

rúta, v

1. (techniek), (verkeer) autobus, bus, omnibus, touringcar

Synoniemen

• hópferðabíll
• strætisvagn
• strætó

Anagrammen

• trúa

Afgeleide begrippen

   

rútubíll rútubílstjóri rútufarþegi rútuferðalag rútukarl rútulauf rútuskip rútustand

Typische woordcombinaties

• fara með rútunni

met de bus gaan

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Zelfstandig naamwoord

rúta

1. datief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van rúta

Schrijfwijzen

• rútna