Naar inhoud springen

buikspier

Uit WikiWoordenboek
  • buik·spier
enkelvoud meervoud
naamwoord buikspier buikspieren
verkleinwoord buikspiertje buikspiertjes

de buikspierv / m

  1. (biologie) elk van de spieren in de voorwand van de buik
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]