Klokje
Klokje | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Grasklokje | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
geslacht | |||||||||||||||||
Campanula L. (1753) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Klokje op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Klokje (Campanula) is een geslacht van ongeveer driehonderd soorten planten uit de klokjesfamilie (Campanulaceae). De botanische naam Campanula is het Latijnse woord voor 'klokje'.
De soorten komen voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond, met de grootste verscheidenheid in het mediterrane gebied ten oosten van de Kaukasus.
Het geslacht bevat zowel eenjarige, tweejarige als overblijvende kruiden, in hoogte variërend van minder dan 5 cm voor enkele subpolaire en gebergtesoorten tot bijna 2 m hoge soorten in graslanden en bossen in gematigde streken.
De zittende (ongesteelde) bladeren zijn afwisselend geplaatst en variëren ook op een enkele struik vaak in vorm. De onderste bladeren zijn groter en breder; de kleinere en smallere bladeren zitten bovenaan. De bladrand kan glad of getand zijn, waarbij beide aan eenzelfde struik kunnen voorkomen. Veel soorten scheiden wit sap af in de bladeren en stengels. De klokvormige bloemen staan in meestal pluimen, maar bij enkele soorten apart. De kleur is meestal blauw tot paars of soms wit tot roze.
De bloemkroon is klokvormig, opgebouwd uit vijf vergroeide kroonbladen en vaak 2-5 cm lang. De vrucht is een doosvrucht met talloze kleine zaadjes.
Bekende soorten zijn het Noord-Europese grasklokje (Campanula rotundifolia), en het Zuid-Europese Campanula medium. In België en Nederland komen naast het genoemde grasklokje het ruig klokje en het rapunzelklokje in enkele streken algemeen voor. Ook komt het bergklokje zeer spaarzaam voor.
Het sprookje Raponsje van de gebroeders Grimm is naar het rapunzelklokje genoemd.
Ecologische aspecten
[bewerken | brontekst bewerken]Campanula-soorten worden als waardplant gebruikt door de larven van een aantal Lepidoptera-soorten waaronder:
- Boksbaardvlinder (Amphipyra tragopoginis)
- Klokjesmonnik (Cucullia campanulae)
- Variabele breedvleugeluil (Diarsia mendica, ook waargenomen op het grasklokje)
- Zwartvlekdwergspanner (Eupithecia centaureata)
- Klokjesdwergspanner (Eupithecia denotata)
- Gewone dwergspanner (Eupithecia vulgata, waargenomen op grasklokje)
- Maurica breveti
- Perzikkruiduil (Melanchra persicariae)
- Gele granietuil (Polymixis flavicincta)
- Standfussiana lucernea
- Udea nebulalis
Klokjessoorten worden door een aantal soorten wilde bijen bevlogen zoals gewone klokjeszandbij (Andrena curvungula), grote klokjesbij (Chelostoma rapunculi) , kleine klokjesbij (Chelostoma campanularum)) en klokjesdikpoot (Melitta haemorrhoidalis).
Selectie van soorten:
Referenties en externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- The Wild Flowers of Britain and Northern Europe; by R and A Fitter; publisher Collins 1974
- Een vollediger lijst
- Heukels' Flora van Nederland, 1996