Diffractie
Diffractie is het afbuigen van een golf langs een ondoordringbaar obstakel. Meestal gaat het om de zijdelingse verbreding door interferentie van een golf die een opening in een ondoordringbaar scherm passeert.
Gevolg van golfvoortplanting
[bewerken | brontekst bewerken]Diffractie is een kenmerkend effect van golfvoortplanting, voorbeelden van diffractiegolven en -fenomenen zijn:
- geluidsgolven:
- geluiddiffractie,
- lichtgolven en andere elektromagnetische golven:
- deeltjesgolven:
Het is waarneembaar als de afmetingen van de obstakels klein zijn ten opzichte van de golflengte. De afbeelding toont twee relatief nauwe spleten in een scherm, waarachter de golven alle richtingen op buigen. Naarmate de openingen breder zijn, kan de golfvoortplanting steeds beter met stralentheorie beschreven worden, zodat we spreken van geometrische optica.
Toepassing
[bewerken | brontekst bewerken]Diffractie wordt op verschillende manieren gebruikt:
- Diffractie van geluid is een alledaags verschijnsel. De frequenties van geluidstrillingen zijn van de orde van 1000 Hz, zodat hun golflengte van de orde van 0,1 à 1 m is. Het geluid vertoont bij alle voorwerpen van die afmetingen diffractie. Daarom zullen van een geluidsbron de hoge tonen altijd het gemakkelijkst afgeschermd kunnen worden.
- Diffractie van lichtgolven aan een tralie wordt in de spectroscopie gebruikt om golven van verschillende golflengten van elkaar te scheiden.
- Diffractie van golven met een golflengte die ongeveer even groot is als de afstand tussen atomen kan worden gebruikt om de structuur van (poly)kristallijne materialen (kristalstructuur) in kaart te brengen met behulp van diffractiepatronen. Daarmee wordt het mogelijk het materiaal te karakteriseren. De relatie tussen de golflengte, diffractiehoek en afstand tussen deeltjes wordt beschreven met de wet van Bragg.
- De kleuren die verschijnen als gebundeld licht op een cd valt, worden ook veroorzaakt door diffractie: een cd gedraagt zich als een reflectietralie.
- De afbeeldingsscherpte van een optisch systeem zoals een objectief of een telescoop wordt wegens de eindigheid van de golflengte altijd door diffractie begrensd. Zie hiervoor ook het artikel over de airy-schijf.
Theorie
[bewerken | brontekst bewerken]Een algemene, 'strenge' diffractietheorie werd opgezet door Augustin Fresnel. Die theorie maakt gebruik van de fresnelintegraal. Deze strenge theorie is sindsdien aanzienlijk uitgewerkt, waaraan meestal zeer gecompliceerde wiskunde te pas komt.
Bij buiging binnen afmetingen die groot zijn ten opzichte van de rayleighafstand is de eenvoudiger theorie van Joseph von Fraunhofer toepasbaar. Deze maakt gebruik van de fouriertransformatie in een tweedimensionaal afbeeldingsvlak.
Fresneldiffractie, fraunhoferdiffractie
[bewerken | brontekst bewerken]Als de invallende lichtbundel divergeert, dat wil zeggen vanuit een nabijgelegen bron komt, spreekt men van fresneldiffractie. Komt het licht van een ver weg gelegen bron, zodat de bundel evenwijdig is, dan spreekt men van fraunhoferdiffractie.
Diffractie bij zeegolven
[bewerken | brontekst bewerken]Bij obstakels op zee, bijv. bij een golfbreker of een kaap buigen de golven cirkelvormig rond dat obstakel. Hierdoor verandert de golfrichting en vermindert de golfhoogte. De golfperiode verandert hierdoor niet. Bij het ontwerpen van waterbouwkundige constructies is het belangrijk om goed met diffractie rekening te houden. In de laatste figuur is een beeld gegeven van de diffractie bij een golfbreker (de gele lijn in de figuur). Achter de golfbreker ontstaat een cirkelvormig patroon, de golven zijn hier veel lager dan de golven links van de golfbreker. Op de schaduwlijn (de blauwe lijn) is de golfhoogte ongeveer de helft van de inkomende golfhoogte. De golfhoogte buiten de diffractiezone (dus aan de onderkant van de figuur) is iets lager dan de oorspronkelijke golfhoogte, maar dat reductiegebied is heel klein. Berekening van diffractie bij golfbrekers is lastig, omdat de meeste simpele modellen van een vaste golfperiode uitgaan (en niet van een energiespectrum), er geen richtingsspreiding zeewaarts van de golfbreker aangenomen wordt, en de waterdiepte in het gehele gebied constant verondersteld wordt.[1]
Voor regelmatige golven bij havendammen en of openingen bestaan ontwerpgrafieken waarop de diffractiecoëfficient kan worden afgelezen.[2] waarin is de golfhoogte buiten de golfbreker en de golfhoogte achter de golfbreker.. Deze grafieken worden geschaald op basis van de golflengte. In bijgaand voorbeeld van diffractie achter een golfbreker is de horizontale schaal in eenheden van (lokale) golflengte.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Referenties
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ (en) Holthuijsen, Leo (2007). Waves in Oceanic and Coastal Waters. Cambridge University Press, pp 210-216. ISBN 9780511618536. Gearchiveerd op 21 januari 2022.
- ↑ (en) Shore Protection Manual. US Army Corps of Engineers (1984), pp 2.75 - 2.108.