Naar inhoud springen

Heerlijkheid Jever

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is de huidige versie van de pagina Heerlijkheid Jever voor het laatst bewerkt door Ejrietbergen (overleg | bijdragen) op 25 feb 2021 12:01. Deze URL is een permanente link naar deze versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Herrschaft Jever
Onderdeel van het Heilige Roomse Rijk
1575 – 1818 Groothertogdom Oldenburg 
Kaart
Jever in 1560.
Jever in 1560.
Algemene gegevens
Hoofdstad Jever
Talen Fries, Nedersaksisch
Regering
Dynastie Heer
Legislatuur Heerlijkheid
Maria van Jever (1500-1575)

Jever was een heerlijkheid binnen het Heilige Roomse Rijk. Jever, nu in Nedersaksen, was behoudens een korte periode in de zestiende eeuw, niet bij een kreits ingedeeld.

In 1359 werd Edo Wimeken de Oudere tot hoofdeling gekozen van Ostringen, Rustringen en Wangerland. Hierdoor ontstond een afzonderlijk Fries gebied: Jever. In 1428 werd in Jever een burcht gebouwd, wat een bevestiging van de heerschappij gaf. Toch bleef het land bedreigd vanuit Oost-Friesland en Oldenburg.

Na de dood in 1511 van de laatste hoofdeling van Jever, Edo Wiemken de Jongere, kwam het gebied aan zijn dochter Maria. Nadat de Enno II van Oost-Friesland het huwelijksverdrag van 1517 niet nakwam, nam Maria in 1531 het heft in eigen handen: zij verjoeg Oost-Friese bezetting en droeg haar gebied als leen op aan keizer Karel V in zijn hoedanigheid van hertog van Bourgondië (= de Nederlanden). Karel maakte Jever daarbij onderdeel van de Bourgondische Kreits. In 1536 verhief Maria Jever tot stad.

Omdat de moeder van Maria een geboren gravin van Oldenburg was, vermaakte zij de heerlijkheid Jever bij testament aan het graafschap Oldenburg. Na haar dood in 1575 viel de heerlijkheid dan ook aan Oldenburg. Na het uitsterven van de graven van Oldenburg in 1667 kwam Jever via de zuster van de laatste graaf, Magdalena van Oldenburg, die gehuwd was met vorst Rudolf van Anhalt-Zerbst aan hun zoon Jan van Anhalt-Zerbst.

De laatste vorst van Anhalt-Zerbst, Frederik August, overleed op 3 mei 1793. Erfgename in Jever was zijn zuster, de Russische keizerin Catharina de Grote. Tot 1807 fungeerde de weduwe van de laatste vorst van Anhalt-Zerbst als administrator in Jever.

Napoleon veroverde het gebied in 1807 en bij de Vrede van Tilsit moest Rusland het gebied afstaan, waarna het gebied bij het koninkrijk Holland werd gevoegd als deel van het departement Oost-Friesland. Koning Lodewijk I van Holland benoemde de Frans-Nederlandse generaal Étienne Jacques Travers tot baron van Jever. In 1810 werd het koninkrijk Holland, en dus ook Jever bij het keizerrijk Frankrijk gevoegd.

In 1813 werd het gebied bezet door geallieerde troepen, waarna het Russische bestuur werd hersteld. In 1818 stond Rusland de heerlijkheid af aan het groothertogdom Oldenburg. Jever bleef daarbij in bezit van dezelfde dynastie, want zowel in Rusland als in Oldenburg regeerde het huis Holstein-Gottorp.

regering naam geboren overleden familie
1575-1603 Jan XVI 9-9-1540 12-11-1603 zoon van Anton I van Oldenburg
1603-1667 Anton Günther 1-11-1583 19-6-1667 zoon
1667-1667 Johan van Anhalt-Zerbst 24-3-1621 4-7-1667 zoon van Magdalena van Oldenburg
1667(74)-1718 Karel Willem 16-10-1652 3-11-1718 zoon
1718-1742 Johan August 29-7-1677 7-11-1742 zoon
1742-1746 Johan Lodewijk (II) 23-6-1688 5-11-1746 kleinzoon van Jan
1742/6-1747 Christiaan August 29-11-1690 16-3-1747 broer
1747-1752 (regentes) Johanna Elizabeth van Holstein-Gottorp 24-10-1712 30-5-1760 echtgenote
1747/52-1793 Frederik August 8-8-1734 3-3-1793 zoon
1793-1807 (administrator) Friederike Augusta Sophie van Anhalt-Bernburg 28-8-1744 12-4-1827 echtgenote
1793-1796 Catharina (Sophie Augusta) 2-5-1729 17-11-1796 zuster van Frederik August
1796-1807 Paul 1-10-1754 25-5-1801 zoon
1801-1807 Alexander 2-1-1778 30-11-1825 zoon
1813-1818 Alexander 2-1-1778 30-11-1825 tweede maal