Naar inhoud springen

Adoptie

Etalagester
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door TOM (overleg | bijdragen) op 22 jan 2009 om 16:00. (11 voor, 1 tegen = Etalage)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Adoptie is de aanname van een persoon als kind. In juridische zin is adoptie de breuk van de familieband tussen biologische ouders en hun kind en tegelijk de vaststelling van een nieuwe, wettelijk geldende familieband tussen adoptieouders en dit kind, met alle rechten en plichten die daarbij horen.[1] Geadopteerden krijgen bijvoorbeeld de achternaam van hun adoptieouders en ook erfrecht, net als biologische kinderen. Adoptie als kinderbeschermingsmaatregel is een recent verschijnsel.[2] In de loop van de twintigste eeuw werd adoptie in de meeste landen wettelijk geregeld, in Nederland als een van de laatste in Europa in 1956.

Uit onderzoek blijkt dat adoptie voor kinderen veel beter is dan opgroeien in een kindertehuis of bij een moeder die serieus abortus overwoog.[3][4] Ze halen achterstanden snel in als ze worden opgenomen in een gezin en adoptie is voor deze kinderen daarom een succesvolle pedagogische interventie. Geadopteerden hebben geen lager zelfbeeld ten opzichte van niet-geadopteerde leeftijdgenoten.[5][6] Problemen met affectieve relaties en psychische problemen op latere leeftijd komen wel relatief vaak voor.[7] Die hebben te maken met de afstand door de moeder, de moeilijke start van het leven van veel geadopteerden (waardoor hechtingsproblemen zijn ontstaan of problemen door ondervoeding, of alcohol- of drugsgebruik tijdens de zwangerschap), racisme, en de kloof tussen de culturele achtergrond van de geadopteerde en de cultuur van zijn adoptieouders.[7]

Moeders die hun kind (moesten) afstaan voor adoptie beschrijven heftige gevoelens van verlies, onmacht, depressies, onzekerheid en een lage zelfwaardering.[8]

In 2004 werden ruim 45.000 kinderen interlandelijk geadopteerd; de meeste van ontwikkelingslanden naar Europa en de Verenigde Staten.[9] In 2007 was dit aantal gedaald naar ruim 37.000 en voor de 2008 is de verwachting ongeveer 32.000.[10] Mogelijk meer dan duizend daarvan waren illegaal verhandeld.[11][12] Interlandelijke adoptie stuit mede daarom op maatschappelijke weerstand.[4]

Drie meisjes in het Amsterdamse Burgerweeshuis (1885). Wettelijke adoptie bestaat in Nederland pas sinds 1956.

Geschiedenis

Trajanus, de tweede van de vijf adoptiefkeizers.

Slavenarbeid en erfopvolging

Aanname van niet-biologische kinderen in gezinnen is waarschijnlijk van alle tijden. Veelal werden deze kinderen opgenomen in hun grootfamilie, of in gezinnen opgenomen om (slaven-)arbeid te verrichten. De Codex Hammurabi, een wetboek uit Mesopotamië (ca. 1780 v Chr.) vermeldt al de juridische mogelijkheid voor adoptie door echtparen die geen kinderen konden krijgen. De Romeinen kenden vormen van adoptie (adoptio en adrogatio) waardoor geadopteerden (doorgaans volwassenen) een nieuwe pater familias kregen of konden worden opgenomen in de familie, maar deze adopties waren niet bedoeld om kinderen een nieuw thuis te bieden, maar om de erfopvolging te regelen, bijvoorbeeld bij de adoptiefkeizers. In de middeleeuwen raakte wettelijke adoptie in de meeste gebieden in Europa in onbruik, waarschijnlijk omdat het de macht van de feodale heersers zou kunnen aantasten. Pas in de achttiende eeuw kwam wettelijke adoptie weer op de agenda, vooral om politieke motieven, maar in sommige gevallen ook om weeskinderen een thuis te bezorgen bij echtparen die kinderloos waren.[2] Een formele regeling kwam er niet voor kinderen in de Lage Landen. De Belgische adoptiewet uit 1804 stond alleen adoptie van volwassenen toe.

Wetgeving en interlandelijke adoptie

Binnenlandse en interlandelijke adopties in Nederland tussen 1956 en 2007.[13]

Pas in de loop van de negentiende eeuw werd adoptie gezien als een kinderbeschermingsmaatregel, waarschijnlijk voor het eerst in de Verenigde Staten. In 1851 nam de staat Massachusetts een wet aan, die de adoptie van niet-verwante (maar blanke) kinderen formeel regelde.[14] In het Derde Rijk kwamen kinderen die via Lebensborn ter wereld kwamen - als ze aan de 'rassenvereisten' voldeden - in aanmerking voor adoptie. Met de Wet op de Aanneming van een Kind van 22 maart 1940 konden in België voor het eerst ook minderjarigen worden geadopteerd. Adoptie in Nederland is pas sinds 1956 wettelijk geregeld. De aanleiding hiervoor was de noodzaak om de opvang te formaliseren van Joodse pleegkinderen die ondergedoken waren geweest in de Tweede Wereldoorlog.

In de jaren zeventig namen in Nederland en België het aantal binnenlandse adopties sterk af, doordat het taboe op ongehuwd moederschap werd doorbroken en door de opkomst van de anticonceptiepil. In 1981 (Nederland) en 1990 (België) werd abortus gelegaliseerd, waardoor er nog minder kinderen werden afgestaan. Tegelijkertijd nam het aantal interlandelijke adopties sterk toe in die periode, zoals te zien is in de grafiek over de aantallen adopties in Nederland. Een belangrijke aanleiding voor die toename was het optreden van Marjory en Jan de Hartog in 'Mies en Scène' van Mies Bouwman in 1967. Zij maakten zich sterk voor het adopteren van kinderen uit Zuid-Korea en Vietnam. Momenteel komen de meeste[15] geadopteerde kinderen uit ontwikkelingslanden (zie onderstaande tabel voor cijfers). Een kwart komt uit China en de helft van de kinderen gaat naar de Verenigde Staten.

Landen met een relatief hoog aantal interlandelijke adopties ten opzichte van het aantal geboortes zijn Noorwegen, Spanje en Zweden, met respectievelijk 12,8, 12,4 en 11,7 per 1000 geboortes in 2004. België en Nederland adopteerden respectievelijk 7,0 en 6,9 kinderen uit het buitenland per 1000 geboortes, de Verenigde Staten 5,5. Het land dat de meeste kinderen naar het buitenland liet gaan per aantal geboortes in 2004 was Bulgarije, gevolgd door Wit-Rusland en Guatamala.[4]

De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming en de vereniging van geadopteerden United Adoptees International merken op dat adoptie nu vooral een methode is voor gezinsvorming en geen kinderbeschermingsmaatregel.[9]


Interlandelijke adoptie in 2004, links de landen waar de kinderen naar toegingen, rechts waar ze vandaan kwamen.[4]

Ontvangende landen Aantal Percentage Zendende landen Aantal Percentage
1 Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten 22.884 50% Vlag van China China 11.230 25%
2 Vlag van Spanje Spanje 5.541 12% Vlag van Rusland Rusland 7.664 17%
3 Vlag van Frankrijk Frankrijk 4.079 9% Vlag van Guatemala Guatemala 2.673 6%
4 Vlag van Italië Italië 3.398 7% Vlag van Zuid-Korea Zuid-Korea 2.306 5%
5 Vlag van Canada Canada 1.955 4% Vlag van Oekraïne Oekraïne 1.958 4%
6 Vlag van Nederland Nederland 1.307 3% Vlag van Colombia Colombia 1.750 4%
7 Vlag van Zweden Zweden 1.109 2% Vlag van India India 1.172 3%
8 Vlag van Noorwegen Noorwegen 706 2% Vlag van Haïti Haïti 1.055 2%
9 Vlag van Zwitserland Zwitserland 557 1% Vlag van Bulgarije Bulgarije 962 2%
10 Vlag van Denemarken Denemarken 528 1% Vlag van Vietnam Vietnam 935 2%
11 Vlag van Duitsland Duitsland 506 1% Vlag van Kazachstan Kazachstan 857 2%
12 Vlag van België België 470 1% Vlag van Ethiopië Ethiopië 847 2%
13 Vlag van Ierland Ierland 398 1% Vlag van Wit-Rusland Wit-Rusland 636 1%
14 Vlag van Australië Australië 370 1% Vlag van Thailand Thailand 476 1%
15 Vlag van Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland 351 1% Vlag van Roemenië Roemenië 456 1%
16 Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk 332 1% Vlag van Filipijnen Filipijnen 399 1%
Totaal 44.491 98% 35.376 78%

Culturele verschillen

De kijk op adoptie wijkt sterk af in verschillende culturen. De islam bijvoorbeeld, verbiedt wettelijke adoptie: volgens de Koran moeten kinderen de naam van hun biologische familie blijven dragen als ze worden opgenomen in een ander gezin en hebben ze geen automatisch erfrecht. De islamitische 'adoptie', kafala, heeft vooral kenmerken van pleegzorg.[16] In de Verenigde Staten is opname van zwarte (Amerikaanse) kinderen in blanke gezinnen omstreden, omdat veel Afro-Amerikanen dit als een aanval op hun cultuur zien.[17][18] In West-Europa is interraciale adoptie daarentegen heel gebruikelijk.

Adoptie als machtsinstrument

Adoptie van kinderen is in het verleden vaak voorgekomen tegen de zin van hun familieleden. Indianen in Noord-Amerika[14][19] en Aboriginals nemen het de blanke overheersers nu nog kwalijk, dat in de veel van hun kinderen zijn ondergebracht bij (of geroofd voor) witte gezinnen om hen een 'degelijke opvoeding' te geven. In Australië ging het om meer dan 100.000 kinderen (ongeveer 10%)[20] en in Amerika in de jaren vijftig om ongeveer 30% van de kinderen uit de desbetreffende bevolkingsgroepen.[21] Tijdens de dictaturen in Spanje (1939-1975)[22] en in Argentinië (1976-1983)[23] zijn honderden baby's van respectievelijk republiekeinen en dissidenten gestolen en ondergebracht bij 'politiek betrouwbare' families. Joodse pleegkinderen werden in de naoorlogse periode ook in Nederland in sommige gevallen tegen de zin van familieleden geadopteerd. Ongehuwde moeders werden en worden om allerlei redenen onder druk gezet om hun kind af te staan (zie ook Oorzaken van afstand van kinderen).

Adoptie in de samenleving

Veel mensen staan positief ten opzichte van (interlandelijke) adoptie: het biedt onvruchtbare stellen de mogelijkheid om een gezin te stichten en kinderen van wie de familie niet in staat is hen op te voeden kunnen toch een thuis krijgen. Pedagoog Rien van IJzendoorn van de Universiteit Leiden noemt adoptie een 'heel succesvolle interventie'.[24] De tv-programma's Grenzeloos verlangen (Nederland) en Het leven zoals het is: adoptie (België) belichten vooral deze positieve kant van adoptie. Het programma Spoorloos belicht de zoektocht naar de adoptie-roots. Sommigen[25] zien adoptie als een geschikt alternatief voor abortus. Anderen hebben bedenkingen, met name bij interlandelijke adoptie, vanwege de risico's op kinderhandel, omdat geadopteerden relatief vaak met problemen kampen of om racistische motieven. Er zijn aanwijzingen dat in de landen van herkomst ouders die te kampen hebben met problemen minder (opvoedings-)ondersteuning krijgen en daardoor sneller hun kind naar een kindertehuis brengen en afstaan ter adoptie dan in landen die geen kinderen door buitenlanders laten adopteren.[26] Uit onderzoek blijkt dat opgroeien in kindertehuizen veel slechter is voor de ontwikkeling van kinderen dan opgroeien in een gezin.[5]

Bij interlandelijke adoptie is open adoptie meestal niet mogelijk.

Adoptie is een veelvoorkomend thema in mythes, boeken en films. Daar worden geadopteerden of pleegkinderen als kind bijvoorbeeld achtergesteld, maar worden machtig in hun latere leven, zoals Citizen Kane en Heathcliff. In sommige gevallen loopt het slecht met hen af omdat hun misdadige genen worden toegeschreven (Freddy Krueger) of ze vinden na een lange zoektocht hun - meestal bijzondere - ouders. In andere gevallen gaan zij een zonnige toekomst tegemoet in hun adoptiegezin (Annie), waar ze een bijzondere rol vervullen (Ayla). Verder kunnen geadopteerden onbewust incest en vadermoord plegen, zoals Oedipus overkwam en Luke Skywalker bijna.[27]

Bekende geadopteerden zijn bijvoorbeeld Steve Jobs van Apple Inc., schrijvers John Irving[28] en A.M. Homes[29] en muzikant Michael Franti. In Nederland zijn Liesbeth List, Jody Bernal en Lavinia Meijer wellicht de bekendste geadopteerden en in België Wouter Van Bellingen. Bekende adoptieouders zijn Madonna, Angelina Jolie en Brad Pitt, Nicole Kidman en Tom Cruise, Michelle Pfeiffer, Woody Allen, Josephine Baker, Gerhard Schröder, Walter Sisulu en Paul de Leeuw.

Gesloten adoptie, open adoptie en pleegzorg

In het leven van geadopteerden kunnen de biologische ouders verschillende rollen spelen. Bij gesloten adoptie is er geen contact tussen geadopteerden en ouders. De geadopteerden hebben zonder toestemming geen toegang tot het dossier van hun ouders.[30] De geboorteakte wordt vervangen: de namen van de de adoptieouders worden erop vermeld in plaats van die van de biologische ouders (of die van de biologische moeder). Bij pleegzorg houden de kinderen de naam van hun ouders en blijft de juridische ouder-kindband in stand. Indien de omstandigheden dat toelaten, spelen de ouders een rol bij de opvoeding van de kinderen, maar ligt de verantwoordelijkheid van de dagelijkse verzorging en opvoeding bij de pleegouders. Zij krijgen daarvoor gewoonlijk een vergoeding van de overheid. Half-open en open adoptie liggen ergens tussen gesloten adoptie en pleegzorg in. Omdat er geen eenduidige definities voor bestaan, komen deze adoptievormen in formele zin niet veel voor.

Gesloten adoptie is gebruikelijk bij interlandelijke adoptie. Vaak worden alleen maar (medische) dossiers over de ouders overgedragen aan het adoptiegezin. De ouders krijgen geen informatie over het kind dat zij hebben afgestaan. Bij half-open adoptie kunnen de ouders verslagen over hun kinderen inzien, maar deze verslagen geven geen naam en verblijfplaats van de kinderen. Pas als de geadopteerde meerderjarig is kunnen geadopteerde en ouders inzage krijgen in de complete dossiers bij de bemiddelingsorganisatie. Bij open adoptie kunnen de ouders (meestal alleen de moeder) kiezen naar welke adoptieouders haar kind gaat. De geadopteerde heeft toegang tot alle beschikbare informatie. Het adoptiegezin en de ouders sluiten een overeenkomst waarin zij bijvoorbeeld aangeven berichten uit te wisselen of elkaar persoonlijk te bezoeken. Er bestaat bij open adoptie dus een echte relatie tussen het adoptiegezin en de ouder(s).[30] Overigens is (half-) open adoptie vaak alleen op papier mogelijk, omdat er in veel gevallen geen of onvolledige gegevens bekend zijn over de ouders.

De Rechten van het Kind

Haags Adoptieverdrag

Zie Haags Adoptieverdrag voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het Haags Adoptieverdrag is bedoeld om de rechten van kinderen die interlandelijk geadopteerd worden te waarborgen. De aangesloten landen van herkomst moeten zich inspannen om in hun eigen land een gezin te vinden voor kinderen die afgestaan zijn, te vondeling zijn gelegd, volle wees zijn geworden, of wier ouders uit de ouderlijke macht zijn ontzet. Alleen als dit niet mogelijk is komt interlandelijke adoptie in aanmerking.[31] Ook moeten volgens het verdrag aspirant adoptieouders aan allerlei voorwaarden voldoen: zij moeten bijvoorbeeld aantoonbaar voldoende gezond zijn. Interlandelijke adoptie kent vele juridische procedures om te kunnen nagaan of aan alle voorwaarden wordt voldaan. Bij adoptie in Nederland moeten de aspirant adoptieouders verplicht een cursus volgen en schrijft de Raad voor de Kinderbescherming over hen een gezinsrapport, dat de basis vormt voor een eventuele beginseltoestemming van het Ministerie van Justitie. De landen van herkomst stellen eveneens voorwaarden aan de aspirant-adoptieouders, zoals over aan hun leeftijd, hun religie, hun burgerlijke staat, hun seksuele oriëntatie, hun inkomen en zelfs over hun Queteletindex (BMI).[32]

In Den Haag is het Adoptieverdrag overeengekomen om de rechten van interlandelijk geadopteerde kinderen te waarborgen.

Kinderhandel

Zie Kinderhandel voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 2004 werden ruim 45.000 kinderen interlandelijk geadopteerd.[9] In Nederland bedragen de procedurekosten van adoptie minimaal €11.000; in de Verenigde Staten is €40.000 niet ongewoon. Er gaat dus tussen de half en anderhalf miljard euro om in interlandelijke adoptie.[33] Critici noemen adoptie 'een legale vorm van kinderhandel', omdat er volgens hen door financiële prikkels niet primair wordt gezocht naar de beste oplossing voor de betrokken kinderen en hun biologische ouders.[4][26][34] Adoptieouders en bemiddelingsorganisaties hebben namelijk een zeker belang dat de kinderen afgestaan worden ter adoptie (in het buitenland).[9] Volgens het Haags Adoptieverdrag mogen alleen bemiddelings- en verzorgingskosten worden doorberekend, in geen geval mag de (vermeende) familie geld ontvangen om handel te voorkomen. Normaal gesproken bedragen deze bemiddelings- en verzorgingskosten niet meer dan €20.000.[35][36]

Ondanks het Haags Adoptieverdrag en andere regelgeving is er soms sprake van kinderhandel voor adoptiedoeleinden. Verschillende niet-gouvernementele organisaties (NGO's), waaronder UNICEF[12] en het Max Planck Instituut, schatten het aantal kinderen dat per jaar als gevolg van kinderhandel in het adoptiecircuit terecht komt op duizenden.[11] Het risico dat kinderhandel vaker gaat voorkomen wordt groter, omdat het aantal kinderen dat beschikbaar is voor interlandelijke adoptie afneemt (van ruim 45.000 in 2004 naar ruim 37.000 in 2007)[9][10], terwijl de vraag blijft toenemen: in westerse landen stellen mensen hun kinderwens steeds verder uit, waardoor de kans op onvruchtbaarheid toeneemt (zie Motieven adoptieouders).

Achtergronden van adoptie

Oorzaken van afstand van kinderen

Geadopteerde kinderen zijn meestal officieel afgestaan of te vondeling gelegd. In bepaalde gevallen zijn de ouders overleden of uit de ouderlijke macht ontzet wegens verwaarlozing of misbruik van de kinderen. Ze verkeerden voor hun adoptie bij familieleden, pleeggezinnen of in tehuizen. De redenen voor afstand zijn divers en vaak een combinatie van factoren. Armoede speelt meestal een rol, maar ook sociaal-culturele factoren. Voorbeelden daarvan zijn de eenkindpolitiek in China, en het taboe op ongehuwd moederschap, zoals in Zuid-Korea. Ook in Nederland en België was er tot in de jaren zeventig nog grote druk op jonge ongehuwde moeders van met name familieleden en maatschappelijk werksters om hun kind af te staan, omdat zij de familie tot schande zouden zijn of niet in staat om hun kind op te voeden.[8] Het aantal interlandelijke adopties daalt sinds 2004 en de verwachting is dat die daling doorzet, omdat steeds meer landen de voorkeur geven aan lokale oplossingen, zoals pleegzorg of binnenlandse adoptie, conform het Haags Adoptie Verdrag. Andere redenen zijn vrouwenemancipatie en toenemende economische welvaart waardoor minder kinderen worden afgestaan.[37] Kinderen die op de vlucht zijn voor geweld, oorlog of natuurrampen komen zelden in aanmerking voor (interlandelijke) adoptie, omdat zij niet formeel zijn afgestaan en doorgaans nog familieleden hebben die voor hen kunnen zorgen.[38]

Voor moeders is de afstand van een kind waarschijnlijk de moeilijkste beslissing van hun leven, die ze doen "met verward hoofd en bezwaard hart". Antropologe Pien Bos sprak in Zuid-India met tientallen afstandsmoeders en ontdekte dat van een vrije keuze – kind afstaan of houden – nauwelijks sprake is. Hier zetten familieleden en hulpverleners de vrouwen onder druk om hun kind af te staan, omdat in India een een ongetrouwde moeder in een sociaal onhoudbare situatie zou komen en het kind beter af zou zijn bij een gewoon gezin met twee adoptieouders. De hulpverleners redeneren vanuit een conservatieve middenklassedenkwereld en zijn vaak tegelijkertijd adoptiebemiddelaars. Ze hebben daarom een belang bij afstand door de moeder.[33][39] Er is niet veel onderzoek gedaan naar gevolgen van afstand op de moeders. Weinig van hen treden naar buiten, maar degenen die dat wel doen beschrijven heftige gevoelens van verdriet, verlies, onmacht, depressies, onzekerheid en een lage zelfwaardering.[8][40] Over de gevoelens van afstandvaders is helemaal weinig bekend.

Motieven aspirant adoptieouders

Mogelijkheden voor homoadoptie in Europa. Inmiddels staat ook Finland homoadoptie toe. Sjabloon:Legende Sjabloon:Legende Sjabloon:Legende

Onvruchtbaarheid

Een kinderwens die niet kan worden vervuld, bijvoorbeeld vanwege onvruchtbaarheid of een genetisch overdraagbare ziekte, is meestal de belangrijkste reden waarom mensen adoptie overwegen. Andere (additionele) redenen zijn:[41]

  • Adoptieouders willen hulp bieden aan een kansarm kind;
  • Adoptieouders willen een thuis bieden aan een kind met een medisch probleem (een special needs kind);
  • Adoptieouders willen niet bijdragen aan bevolkingsdruk;
  • Zwangerschap of geboorte is riskant voor de gezondheid van de adoptiemoeder;
  • Adoptieouders hebben gelijk geslacht of adoptieouder is alleenstaand;
  • Adoptieouders hebben voorkeur voor een kind van een bepaald geslacht.

Van het totaal aantal Nederlandse adoptieouders, is 80 à 90% onvruchtbaar. Ongeveer 5% van de onvruchtbare Nederlandse stellen kiest na 3 à 6 jaar voor adoptie en 2% voor pleegzorg.[41]

Adoptie door stiefouders, homo's en alleenstaanden

In de meeste landen kunnen stiefouders het kind van hun partner adopteren als zij een bepaalde tijd voor het kind hebben gezorgd. In dit geval spreekt men van stiefouderadoptie. In Nederland is een geldt die termijn niet voor voor duomoeders: twee vrouwen die een relatie hebben waarvan één een kind krijgt. In sommige landen is het ook mogelijk voor stellen van gelijk geslacht om kinderen te adopteren. In Nederland geldt dat per 2009 voor binnen- én buitenlandse adopties[42] en in België alleen als het land van herkomst ook toestemming heeft gegeven.[43] Sommige landen staan adoptie door alleenstaanden toe. Het gaat dan meestal om kinderen met een medisch probleem of kinderen ouder dan drie jaar (special needs kinderen). Partners van alleenstaanden kunnen het kind een bepaalde tijd na aankomst adopteren volgens de stiefouderadoptieprocedure. Via deze route kunnen homostellen ook (interlandelijk) adopteren. In de praktijk zijn de mogelijkheden voor homo's en alleenstaanden echter zeer beperkt vanwege de voorwaarden die de landen van herkomst stellen aan de adoptieouders.

Problemen van geadopteerden

Hechting en afstandstrauma

Kindertehuis in Colombia.

Meta-analyses

Meta-analyses uitgevoerd door Nederlandse onderzoekers[3][44][5][4] geven aan dat het goed gaat met de meeste geadopteerden. Kinderen halen groei- en ontwikkelingsachterstanden die zij opliepen in hun vroegste jaren doorgaans snel in. Geadopteerden hebben een even goed zelfbeeld als niet-geadopteerde leeftijdgenoten.[6] 'Zelfbeeld' geeft de mate van zelfvertrouwen en eigenwaarde aan. Deze uitkomst geldt zowel voor binnenlandse als voor internationale en transraciale adoptiekinderen. Het gaat veel beter met geadopteerden dan met lotgenoten die in een kindertehuis opgroeien of met kinderen wier moeder serieus een abortus heeft overwogen. Mogelijk is adoptie zelfs de enige succesvolle evidence based kinderbeschermingsmaatregel.[45][46]

De positieve effecten van adoptie gelden weliswaar voor de groep geadopteerden als geheel, maar individuele geadopteerden hebben wel degelijk met relatief veel problemen te maken. In Nederland komen geadopteerden ongeveer vier maal zo vaak in aanraking met hulpverlening als niet-geadopteerden. Dat is deels te verklaren doordat hun ouders sneller hulp zoeken, maar heeft ook te maken met de gecompliceerde start van het leven van veel adoptiekinderen. Hierdoor kunnen onder andere hechtingsproblemen ontstaan of problemen die het gevolg zijn van ondervoeding, of alcohol- of drugsgebruik tijdens de zwangerschap. Geadopteerden zijn in 53% van de gevallen niet veilig gehecht;[5] onder 'gewone' kinderen is dat 30 à 40%.

Onder andere door onveilige hechting komen bij geadopteerden problemen met affectieve relaties en psychische problemen op latere leeftijd relatief vaak voor.[47] Onderzoek naar zelfdodingscijfers in Zweden toont aan dat onder interlandelijke geadopteerden die geboren zijn in de jaren zeventig 3,6 [95% betrouwbaarheidsinterval: 2,6-5,2] en onder nationaal geadopteerden 2,5 [1,8-3,3] maal zoveel suïcides voorkomen als onder niet-geadopteerde leeftijdsgenoten.[48] De onderzoekers wijten dit onder andere aan racisme en discriminatie.

De Nederlandse meta-analyse[3] concludeerde dat internationaal geadopteerde kinderen minder gedragsproblemen hebben dan binnenlands geadopteerde kinderen. Dit is mogelijk deels te verklaren door de grotere openheid over adoptie in gezinnen met buitenlands geadopteerde kinderen. Jongvolwassen geadopteerden hebben minder vaak intieme relaties en zijn minder vaak getrouwd dan niet-geadopteerden. Ze hebben wel evenveel sociale contacten en hun behaalde onderwijs- en professionele niveau is vrijwel gelijk. Mannelijke geadopteerden hebben hierbij een wat lagere score dan vrouwelijke.[7]

Identiteit en loyaliteit

De identiteit van (interlandelijk) geadopteerden wordt gevormd door zowel hun afkomst als door de sociale omgeving die vooral door hun adoptieouders wordt bepaald. Anders dan bij kinderen die bij hun ouders opgroeien verschilt hun culturele en genealogische afkomst met die van hun adoptieouders. Ze lijken daardoor qua uiterlijk en karakter minder op hun adoptieouders dan biologisch eigen kinderen. Het is dus voor geadopteerden moeilijker om zich met hen te identificeren.[49] Er is weinig onderzoek gedaan naar de consequenties hiervan voor de geadopteerden.

Veel interlandelijk geadopteerden voelen zich noch echt thuis in de Nederlandse of Vlaamse cultuur noch in die van hun land van herkomst. In de meeste adoptiegezinnen wordt kleur niet gezien als anders, maar tegelijkertijd worden interlandelijk geadopteerden door hun omgeving geregeld geconfronteerd met aannames en vooroordelen over hun uiterlijk. Zij moeten hun etnische identiteit tijdens hun adolescentie en vroege volwassenheid zelf construeren, terwijl niet-geadopteerden die van huis uit meekrijgen. De tegenstrijdige boodschap over hun etnische identiteit en de - vaak moeizame - constructie ervan heeft een diepgaand effect op het zelfbeeld van veel geadopteerden.[50][51] Tegenwoordig zijn de cultuur van het land van origine[52] en de afstandsgeschiedenis van de kinderen wel belangrijke thema's bij de opvoeding in de meeste adoptiegezinnen, maar dat was in de jaren en zeventig en tachtig minder gebruikelijk. Niettemin krijgt nog steeds een flink deel van de interlandelijk geadopteerde kinderen bijvoorbeeld een nieuwe, Nederlandse of vernederlandste, voornaam.

In verschillende fasen van het leven van geadopteerden, zoals in de adolescentie en het moment dat ze zelf moeder of vader worden, krijgen de begrippen afstand en adoptie nieuwe betekenissen.[53] De rol van adoptieouders is essentieel bij de identiteitsvorming. Eerlijkheid, sensitiviteit, flexibiliteit en openheid zijn voorbeelden van belangrijke eigenschappen van adoptieouders hierbij.[45] Geadopteerden zijn gewoonlijk loyaal aan zowel hun adoptieouders als hun ouders. Dat brengt hen soms in de problemen, omdat ze bijvoorbeeld geen contact met hun familie durven te zoeken om te voorkomen dat ze hun adoptieouders kwetsen.

Theorieën

De meeste adoptieonderzoekers[54] bespreken de problemen van geadopteerden en hun reacties daarop in termen van stress en coping. Geadopteerden zijn afgestaan en ze groeien op in een 'vreemde' omgeving, hetgeen leidt tot stress. Ze moeten op de een of andere manier omgaan met hun verlieservaringen en de afwezigheid van informatie over hun achtergrond. Bepaalde copingstrategieën verminderen het stressniveau en kunnen daardoor psychologische of gedragsproblemen voorkomen of reduceren. Voorbeelden van copingstrategieën zijn rouwen om het verlies van familieleden, zoeken naar familieleden (zie Rootsreizen), bezinning op de etnische identiteit, maar ook de ontkenning dat adoptie invloed heeft op het welzijn.

De Hongaarse psychiater Iván Böszörményi-Nagy ziet in de door hem ontwikkelde contextuele therapie de afstand van een kind door zijn ouders als een oorzaak van onbalans tussen geven en ontvangen. Het kind kan door de afstand zijn existentiële schuld jegens zijn biologische ouders niet inlossen, wat tot psychologische problemen kan leiden.

Sommige auteurs[55] zien de afstand van de moeder als een allesbepalende traumatische ervaring voor geadopteerden en de moeders, omdat afstand doen van kinderen een levenslange invloed op alle betrokkenen heeft. Zij hebben vaak het gevoel dat een deel 'aan hen ontbreekt' en moeten op de een of andere manier mee leren omgaan met deze oerverwonding. Volgens die auteurs is een hereniging tussen geadopteerde en de moeder daarbij essentieel. Critici[56] vinden deze theorie seksistisch, psychologisch naïef,[57] en biedt zij voor veel geadopteerden geen handelingsperspectief, omdat zij niet weten wie hun moeder is of waar zij verblijft, of omdat zij hen niet wil ontmoeten.

Rootsreizen

Tijdens een rootsreis maken geadopteerden kennis met de cultuur van hun geboorteland en soms kunnen zij familie ontmoeten. Op de foto: Haiderabad in India.

De meeste (sommige auteurs beweren alle[53]) geadopteerden willen vroeg of laat in hun leven meer weten over hun familie, meestal vooral over hun moeder. Een onderzoek onder Nederlandse geadopteerden tussen 24 en 30 jaar oud gaf aan dat 14% is herenigd met biologische familieleden, 18% zoekende is en 32% niet zoekt, maar wel interesse heeft in hun familie.[58] Tussen de 15 en de 50% van alle geadopteerden onderneemt een rootsreis: een reis naar hun wortels. Zo'n reis stelt hen dan in staat meer te weten te komen over het land van herkomst en over hun familie, en leidt soms tot een ontmoeting met één of meer familieleden. Zowel de vergunninghouders als specialistische organisaties kunnen geadopteerden bijstaan bij (het organiseren van) hun rootsreis. Dat is van groot belang omdat rootsreizen heftige ervaringen zijn voor geadopteerden, hun familie en adoptieouders. Geadopteerde Asha Miró verwoordde dat zo: "Je biologische familie zoeken is niet zo maar een reis: het is een zoektocht naar je zelf, het is een ervaring die niet gemakkelijk te verwerken is."[59]

Adoptie en woordgebruik

Dit artikel gebruikt 'politiek correcte' adoptietaal. Bijvoorbeeld staat er geadopteerde in plaats van adoptiekind, omdat de meeste geadopteerden in Nederland en België volwassen zijn. Verder staat er ouders in plaats van biologische ouders, tenzij er verwarring met adoptieouders kan optreden. Biologische ouder of geboorte-ouder zou hun waardering tot baar-moeder of verwekker kunnen reduceren, terwijl zij dat zelf heel anders zien[8] en zij in het leven van de meeste geadopteerden een belangrijker rol spelen.[53] Ook is er in de correcte toepassing van de taal de voorkeur voor afstand van het kind ter adoptie in plaats van wegdoen of opgegeven. In het dagelijks leven worden biologische ouders vaak aangeduid met echte ouders, wat de suggestie zou wekken dat de adoptieouders geen echte ouders zouden zijn, terwijl ze dat in sociale en juridische zin wel zijn. Adoptieouders[60] worden daarom doorgaans eveneens aangeduid met ouder. De behoefte aan 'politiek correcte' adoptietaal geeft aan, dat er moeilijk bespreekbare opvattingen over adoptie zijn in de samenleving.

Zie ook

Nederland

België

Etalagester
Dit artikel is opgenomen in de etalage.