Vals essenvlieskelkje
Vals essenvlieskelkje | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Door Chalara fraxinea aangetaste essen | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Hymenoscyphus fraxineus | |||||||||||||||
gele- of roodbruine necrosen | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Chalara fraxinea | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Vals essenvlieskelkje op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Het vals essenvlieskelkje (Hymenoscyphus fraxineus) is de anamorfe (ongeslachtelijke) verschijning van de schimmel die essentaksterfte veroorzaakt bij gewone es (Fraxinus excelsior) en smalbladige es (Fraxinus angustifolia).
Hymenoscyphus fraxineus is de naam van de geslachtelijke vorm. Deze schimmel is een invasieve exoot en komt oorspronkelijk uit Oost-Azië.[1] De schimmel werd in 2006 beschreven na het optreden van essensterfte in Polen en Litouwen in de jaren 1990.[2] Vier jaar later werd de geslachtelijke vorm ontdekt. In 2012 had de ziekte zich verspreid naar Nederland, Roemenië, Rusland, Groot-Brittannië, Ierland.[3][4] België, Frankrijk, Hongarije, Italië en Luxemburg.[5]
Chalara fraxinea tast zowel jonge als oude bomen aan en dringt het parenchym van de houtstralen binnen. Chalara fraxinea leeft parasitair in bladweefsels, twijgen en verhoute delen van de boom.[6] Het is nog niet duidelijk hoe de schimmel zich verspreidt.[7]
-
Verdorring van de blaadjes door necrose van de bladspil
-
Smalle lensvormige laesies op de bast
-
Een grote laesie op een tak
Kenmerken op voedingsbodem van Chalara fraxinea
[bewerken | brontekst bewerken]Op de voedingsbodem vormt de schimmel een maasvormig, in de lucht groeiend mycelium, dat in het begin wit is, maar later roodbruin tot grijsachtig of zwart verkleurt. De vegetatieve schimmeldraden zijn doorschijnend tot olijfbruin met slechts enkele verdikkingen. In oudere culturen komen verdikte, pigmentcellen voor. De 20-40 µm lange fialiden staan los van elkaar op de vegetatieve schimmeldraden[8]
Teleomorfe vorm
[bewerken | brontekst bewerken]Hymenoscyphus fraxineus (synoniem:Hymenoscyphus pseudoalbidus) is de teleomorfe (geslachtelijke) vorm, hij werd voor het eerst beschreven in 2010.[9] Onderzoek aan herbariummateriaal heeft aangetoond dat de schimmel al in 1978 in Midden-Europa voorkwam. Hymenoscyphus pseudoalbidus komt voor op de bladspil van afgevallen bladeren. De schimmel behoort tot de Ascomyceten (zakjeszwammen). De vruchtlichamen zijn witte, bekervormige apotheciën, die 2–7 mm groot zijn. De ascosporen zijn kleverig en 15-22 µm groot. Ze worden via de lucht verspreid.[10]
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Eschentriebsterben-Erreger ist eine neue Pilzart (www.waldwissen.net)
- Das Eschentriebsterben nimmt weiter zu (www.waldwissen.net)
- Informationen der Bayerischen Landesanstalt für Land- und Forstwirtschaft
- Informationen der Forschungsgruppe Forstschutz und Dendrologie an der ETH Zürich
- Foto's met symptomen van Chalara fraxinea op forestryimages.org
- ↑ Zorgen over essentaksterfte RTV Noord 26 juni 2017; geraadpleegd 2 juli 2017
- ↑ Verspreiding essensterfte[dode link]
- ↑ Chalara fraxinea – Ash dieback. European and Mediterranean Plant Protection Organization (March 2012). Gearchiveerd op 17 juli 2012. Geraadpleegd op 29 October 2012.
- ↑ "Chalara ash dieback outbreak: Q&A", BBC News, 29 October 2012. Geraadpleegd op 31 October 2012.
- ↑ Cf. p. 35-36 in: Garnier-Delcourt, M., G. Marson, Ch. Reckinger, B. Schultheis & M.-T. Tholl, 2013. Notes mycologiques luxembourgeoises. VII. Bull. Soc. Nat. luxemb. 114 : 35-54. (Pdf 6.5 MB)
- ↑ Thomas Cech und Ute Hoyer-Tomiczek: Aktuelle Situation des Zurücksterbens der Esche in Österreich (Forstschutz Aktuell 40, 2007) aufgerufen am 12. Juli 2011
- ↑ Artikel over Chalara fraxinea in SpiegelOnline
- ↑ Schumacher.J., A. Wulf & S. Leonhard (2007) Erster Nachweis von Chalara fraxinea T. Kowalski sp. nov. in Deutschland – ein Verursacher neuartiger Schäden an Eschen. Nachrichtenbl. Deut. Pflanzenschutzd., 121–123, 59 (6)
- ↑ Queloz V., Grünig C. R., Berndt R., Kowalski T., Sieber T. N., Holdenrieder O. 2011: Cryptic speciation in Hymenoscyphus albidus. For. Path. 41: 133–142, published online 30 March 2010 – DOI|10.1111/j.1439-0329.2010.00645.x
- ↑ G.Witzel, B.Metzler; Eschentriebsterben in Stangen- und Baumhölzern auf waldwissen.net