• werst
  • Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘afstandsmaat’ voor het eerst aangetroffen in 1714 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord werst wersten
verkleinwoord - -

de werstm

  1. (eenheid) oude Russische lengtemaat uit tsaristische tijden. Een werst = 1066,78 meter
    • Dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet
      Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreet
      De wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij
      Nog vierentachtig werst en o, wat zijn wij heden blij
      Drs. P.
       
17 % van de Nederlanders;
10 % van de Vlamingen.[4]