weefgetouw
- Geluid: weefgetouw (hulp, bestand)
- IPA: /ˈʋeːf.xəˌtɑu̯/
- weef·ge·touw
- In de betekenis van ‘toestel waarmee garen tot weefsel gevlochten wordt’ voor het eerst aangetroffen in 1477.[1]
- samenstelling van weven ww en getouw zn ; evenzo samengesteld is Nederduits Weevtau.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weefgetouw | weefgetouwen |
verkleinwoord | weefgetouwtje | weefgetouwtjes |
het weefgetouw o
- een machinaal of met de hand of voet aangedreven apparaat waarin garen tot weefsel wordt geweven door vervlechting van verticale tussen horizontale draden, die schering respectievelijk inslag heten
1. toestel waarmee garen tot weefsel gevlochten wordt
- Het woord weefgetouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weefgetouw" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "weefgetouw" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be