voedingsbedrijf

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  voedingsbedrijf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voe·dings·be·drijf

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voeding zn  en  bedrijf zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voedingsbedrijf	voedingsbedrijven
verkleinwoord	voedingsbedrijfje	voedingsbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het voedingsbedrijf o

1. (economie) (voeding) onderneming die voedingsmiddelen produceert en verkoopt

   ▸ Voedingsbedrijf DSM is definitief samengegaan met het Zwitserse Firmenich. Met de overname komt een einde aan het zelfstandige Nederlandse chemiebedrijf dat voortkwam uit De Nederlandse Staatsmijnen.

   ▸ Zes jaar geleden kreeg Bennink veel kritiek toen hij als topman van voedingsbedrijf Numico bijna 75 miljoen euro opstreek bij de overname door het Franse Danone.

Verwante begrippen

• voedingsindustrie

Synoniemen

• voedingsproducent

Gangbaarheid

• Het woord voedingsbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.