verrollen
- ver·rol·len
verrollen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verrollen |
verrolde |
verrold |
zwak -d | volledig |
- verplaatsen door te rollen
- In 1980 bracht het Vlaamse gezelschap BKT-theater Havels stuk Audiëntie, een eenakter over een dissidente toneelschrijver in het voormalige Oostblok. Aan de toneelauteur is een schrijfverbod opgelegd. Hij voorziet in zijn levensonderhoud met het verrollen van lege biervaten. [2]
- door rollen van houding veranderen
- [1] voortrollen, rijden
- [2] wentelen, vallen, tuimelen,
- Het woord verrollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verrollen" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Kester Freriks 19 december 2011 In het theater maakte Havel van de dreiging zijn personages
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be