• plaats·on·der·werp
enkelvoud meervoud
naamwoord plaatsonderwerp plaatsonderwerpen
verkleinwoord plaatsonderwerpje plaatsonderwerpjes

het plaatsonderwerpo

  1. (taalkunde) Er als tweede onderwerp aan het begin van de zin of na inversie midden in de zin direct na de persoonsvorm, dus waar gewoonlijk het echte onderwerp staat
    • Er stond een agent voor het consulaat