plaatsonderwerp
- plaats·on·der·werp
- samenstelling van plaats zn en onderwerp zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plaatsonderwerp | plaatsonderwerpen |
verkleinwoord | plaatsonderwerpje | plaatsonderwerpjes |
het plaatsonderwerp o
- (taalkunde) Er als tweede onderwerp aan het begin van de zin of na inversie midden in de zin direct na de persoonsvorm, dus waar gewoonlijk het echte onderwerp staat
- Er stond een agent voor het consulaat
- Het woord 'plaatsonderwerp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.