mollen
- mol·len
- Leenwoord uit het Romani, in de betekenis van ‘doden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1706 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mollen |
molde |
gemold |
zwak -d | volledig |
mollen
- overgankelijk ervoor zorgen dat iets niet meer werkt
- Je hebt dat dure apparaat kundig gemold, zie ik?
- overgankelijk (pejoratief) doden
- Ze hadden hem al gemold, voor hij maatregelen kon treffen.
de mollen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord mol
- meervoudsvorm als officiële benaming (insecteneters) Talpidae familie bestaand uit de onderfamilie Talpinae, de desmans (onderfamilie Desmaninae) en de spitsmuismollen (onderfamilie Uropsilinae). Beide lijken wel wat op spitsmuizen, net als de echte mollen Urotrichus, Neurotrichus en Scaptonyx
- [2] desmans
- [2] Amerikaanse spitsmuismol, balkanmol, blinde mol, borstelmol, Californische mol, gansumol, himalayamol, hondospitsmuismol, Iberische blinde mol, Japanse spitsmuismol, mol, Oost-Amerikaanse mol, Perzische mol, Pyrenese desman, Romeinse mol, spitsmuismol, stermol, townsendmol, West-Amerikaanse mol
- buidelmollen, goudmollen, tenreks en goudmollen, veenmollen
- buidelmol, burmeistergordelmol, gewone buidelmol, gordelmol, goudmol, Juliana's kopermol, Kaapse goudmol, kleine buidelmol, kopermol, reuzengoudmol, Somalische goudmol, Van Zijls goudmol, veenmol, Visagies goudmol, wintongoudmol, woestijngoudmol
- Chinese molhamster, Daurische molhamster, Kuhns molspin, naakte molrat, Oost-Afrikaanse molrat
- harige molkreeft, molaal, molair, molboon, molbord, mole, molfractie, molgewicht, molhamster, molhuis, molkever, molkleurig, molkreeft, molkrekel, molmuis, molrat, molsalade, molsalamander, molsalamanders, molsgang, molsgat, molshoop, molsla, molspitsmuis, molster, molteken, moltoon, moltoonladder, moltoonschaal, moltoonsoort, mollebier, molleboon, mollenfluit, mollengang, mollengat, mollengeld, mollenhoop, mollenijzer, mollenjacht, mollenjager, mollenknip, mollenkruid, mollenpoot, mollenrel, mollenrit, mollentand, mollenval, mollenvanger, mollenvangst, mollenvel, mollenwerk, mollenwet, moller, mollig, molloot
- Het woord mollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mollen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "mollen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be