kiskassen
Niet te verwarren met: Kiskassen |
- kis·kas·sen
- [1] samenstelling van kits ww "nevenvorm van ketsen" en kassen ww "keilen" [1][2]
- [3] reduplicerende klanknabootsing: samenstelling van kis ww "sissend laten braden" en kassen ww "sissend laten braden" [3][4][5][6]
kiskassen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kiskassen |
kiskaste |
gekiskast |
zwak -t | volledig |
- inergatief keilen met platte steentjes over het wateroppervlak
- inergatief afketsen van een lichtstraal op het wateroppervlak
- overgankelijk met smaak en in ruime hoeveelheid eten
- Het woord 'kiskassen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kiskassen" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kiskassen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ kiskassen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be