handmolen
- hand·mo·len
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handmolen | handmolens |
verkleinwoord | handmolentje | handmolentjes |
- een door de handen bewogen molen
- ▸ Langs een rij huisjes kwam hij aan met in zijn armen de eens fatale handmolen die weer op zijn passende plaats zou komen te staan.[3]
- ▸ Ze stonden daar in het schemerduister, net zoals in die nacht toen Biruta de stenen van haar handmolen had laten draaien om het verboden brood te bakken waarvoor andere vrouwen in het dorp hun leven gegeven hadden.[3]
- Het woord handmolen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ handmolen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 3,0 3,1 “Polen : roman over de strijd van het Poolse volk door de eeuwen heen” (1984), Van Holkema & Warendorf , ISBN 9026978073