card
- card
- van het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | card | cards |
verkleinwoord | cardje | cardjes |
- kaartje
- Kaartje dat elektronisch verwerkt kan worden doordat het is voorzien van een chip (vroeger: magneetstrip) en gebruikt kan worden als betaalmiddel, identiteitsbewijs, toegangsbewijs e.d
- bankcard, clubcard, creditcard, credocard, chipcard, eurocard, fancard, lasercard, primeur-card, smartcard, wildcard
- Het woord 'card' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
card | cards |
card