Een juffrouw met twee traytjes bier, in een bar ergens in New Mexico. 1974
  • tray
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord tray trays
verkleinwoord traytje traytjes

de traym

  1. een open verpakking die onderverdeeld is in verschillende vakjes
    • Het is Villarreal die zich over hen ontfermt, die de trays met flessenwater desnoods zelf gaat langsbrengen, die checkt of de filters goed zijn geïnstalleerd en die bij iedereen haar hand ophoudt voor donaties. [1] 
  1. NRC Maartje Somers 2 oktober 2016