strop
- strop
- Waarschijnlijk via Oudfrans estrope van Latijn stroppus/stropus. In de betekenis van ‘strik’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strop | stroppen |
verkleinwoord | stropje | stropjes |
- lus van stevig touw, bedoeld om iemand mee op te hangen of om bij het stropen dieren te vangen
- De strop is later vervangen door de elektrische stoel en de dodelijke injectie.
- (figuurlijk) iets wat tot groot verlies leidt, bijv. in de zakelijke wereld; tegenslag
- Daar had hij een grote strop aan.
- Een financiële strop.
- [1] asstrop, galgenstrop, garenstrop, roeistrop
- [2] miljoenenstrop
[1]
- De strop krijgen.
2. zakelijk avontuur dat tot groot verlies lijdt
vervoeging van |
---|
stroppen |
strop
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroppen
- Ik strop.
- gebiedende wijs van stroppen
- Strop!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroppen
- Strop je?
- Het woord strop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strop" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ strop op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "strop" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /strɔp/
- Afgeleid van het Proto-Slavische *stropъ
strop m
- plafond; bovenkant van een ruimte in een gebouw
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /strɔp/
- Afgeleid van het Proto-Slavische *stropъ
strop m
- plafond; bovenkant van een ruimte in een gebouw
- (figuurlijk) plafond; limiet
- (spreektaal) plafón
- –
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- strop
- Afgeleid van het Proto-Slavische *stropъ
- plafond; bovenkant van een ruimte in een gebouw
- «Jednotlivé sekce vrat zajíždějí v ocelové pozinkované konstrukci nahoru pod strop garáže.»
- De afzonderlijke delen van de deur gaan omhoog in de gegalvaniseerde stalen constructie onder het plafond van de garage.
- «Jednotlivé sekce vrat zajíždějí v ocelové pozinkované konstrukci nahoru pod strop garáže.»
- (figuurlijk) plafond; limiet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | strop | stropy |
genitief | stropu | stropů |
datief | stropu | stropům |
accusatief | strop | stropy |
vocatief | strope | stropy |
locatief | stropu / stropě | stropech |
instrumentalis | stropem | stropy |
- kazetový strop monbezield – cassetteplafond
- platový strop monbezield – salarisplafond
- skalní strop monbezield – plafond van de grot
- trámový strop monbezield – balkenplafond
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)