• steur
enkelvoud meervoud
naamwoord steur steuren
verkleinwoord steurtje steurtjes

de steurm

  1. (straalvinnigen) (voeding) bepaald soort anadrome vis, Acipenser sturio  , die een lengte van 6 meter en een gewicht van 400 kg kan bereiken
    • Het kuit van de steur, kaviaar genoemd, is erg gewild. 
  2. (Nederlands-Indië) iemand die als verlaten Indo-Europees kind opgroeit of is opgegroeid in een opvangtehuis van Pa van der Steur
vervoeging van
steuren

steur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steuren
    • Ik steur. 
  2. gebiedende wijs van steuren
    • Steur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steuren
    • Steur je? 
91 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[5]