• rand·meer
enkelvoud meervoud
naamwoord randmeer randmeren
verkleinwoord randmeertje randmeertjes

het randmeero

  1. een water rondom een polder dat als doel heeft de waterhuishouding van de polder te isoleren van het omliggende land
    • Ter voorkoming van uitdroging van het omliggende land werden om Oostelijk en Zuidelijk Flevoland randmeren aangelegd. 
87 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be