• ont·waakt
  • vervoeging van ontwaken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
ontwaken

ontwaakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontwaken
    • Jij ontwaakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontwaken
    • Hij ontwaakt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontwaken
    • Ontwaakt! 
vervoeging van: ontwaken…
verbogen vorm: ontwaakte

ontwaakt

  1. voltooid deelwoord van ontwaken
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be