1e persoon enkelvoud meervoud
naamval m v m v
nominatief mans mana mani manas
genitief mana manas manu manu
datief manam manai maniem manām
accusatief manu manu manus manas
instrumentalis manu manu maniem manām
locatief manā manā manos manās
vocatief mans mana mani manas

manas

  1. mijn, van mij (bij het enkelvoud van een vrouwelijk woord in de genitief of het meervoud van een vrouwelijk woord in de nominatief, accusatief of vocatief)


vervoeging van
manar

manas

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van manar