• laur·dag
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord laugardagr
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   laurdag     laurdagen     laurdagar     laurdagane  

laurdag m

  1. (tijdrekening) zaterdag
  • laurdag morgon
zaterdagochtend / zaterdagmorgen


Dagen in het Nynorsk
måndag
maandag
tysdag
dinsdag
onsdag
woensdag
torsdag
donderdag
fredag
vrijdag
laurdag
zaterdag
sundag
søndag
zondag