happen
- hap·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
happen |
hapte |
gehapt |
zwak -t | volledig |
happen
- inergatief de mond open en dicht bewegen al dan niet gepaard gaande met bijten
- de vis lag op het droge te happen
- de hond hapte naar mijn been
- ▸ Het is de dag voordat de Tour de France de gevreesde helling in de Vogezen aandoet. Liefhebbers klauteren alvast naar adem happend en met knarsende ketting naar boven.[3]
- overgankelijk (informeel) eten
- ik heb trek, zullen we even wat gaan happen?
- inergatief reageren op een pesterige opmerking
- hij hapt altijd meteen als je iets lulligs zegt
- afhappen, appelhappen, bolhappen, brijhappen, doorhappen, kaarshappen, koekhappen, ophappen, overhappen, stroophappen, toehappen, weghappen
- bijten, knauwen
- bamihap, berenhap, burgerhap, stroophap
- bamihapjes, borrelhapjes, garnalenhapjes, kaashapjes, kiphapjes, koninginnenhapjes, wildhapjes
- hapjespan, hapjestafel
de happen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hap
- Het woord happen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "happen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "happen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ happen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: happen (US) (hulp, bestand)
- erfwoord van Angelsaksisch hæppan, verwant met Oudnoords *happa, *heppa of hiervan afgeleid. Proto-Germaans *hampijaną.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to happen |
he/she/it | happens |
verleden tijd | happened |
voltooid deelwoord |
happened |
onvoltooid deelwoord |
happening |
gebiedende wijs | happen |
happen
- onovergankelijk zich afspelen
- onovergankelijk gebeuren, plaatsvinden zich voordoen, voorvallen ww
- onovergankelijk ~to onverwacht of toevallig plaatsvinden/in een bepaalde situatie zijn