fysio-
Huidig bestand |
---|
13 |
- fy·sio-
Van het Oudgriekse φύσις- 'physis' (de natuur betreffend)
fysio- [1]
- fysiocrate, fysiologe, fysionomisch, fysiotechniek, fysiotechnisch, fysiotherapeute, fysiotherapeutisch
- Het woord 'fysio-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.