• be·de·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord bedeling bedelingen
verkleinwoord bedelinkje bedelinkjes

de bedelingv

  1. het aan de armen uitdelen van giften
  2. een bij wijze van bedeling (1) uitgedeelde gift
  3. plaats waar bedeeld wordt
  4. (religie) de schenking van Gods gaven
90 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be