• al·lee
  • Afkomstig van het Franse allez

allee [1]

  1. een kreet ter aansporing
    • Allee, fiets eens wat door! 
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘laan’ voor het eerst aangetroffen in 1513 [2]
  • Afkomstig van het Franse allée. [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord allee alleeën
verkleinwoord alleetje alleetjes

de alleev [4]

  1. laan
70 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[5]