rouwen

出典: フリー多機能辞典『ウィクショナリー日本語版(Wiktionary)』
ナビゲーションに移動 検索に移動

オランダ語

[編集]

語源

[編集]

中期オランダ語 rouwen, ruwen < 古オランダ語 *riuwan < ゲルマン祖語 *hrewwaną

発音

[編集]
  • IPA(?): /ˈrɑu̯ə(n)/
  • 音声:
  • 押韻: -ɑu̯ən

動詞

[編集]

rouwen (弱変化 語尾-d)

  1. (自動詞) いたむ。なげく。かなしむ。
rouwen (弱変化)の活用
不定詞 rouwen
過去 単数形 rouwde
過去分詞 gerouwd
不定詞 rouwen
現在分詞 rouwen 中性
動名詞
現在形 過去形
一人称単数 rouw rouwde
二人称単数 (jij) rouwt rouwde
第二人称単数 (u) rouwt rouwde
第二人称単数 (gij) rouwt rouwde
三人称単数 rouwt rouwde
複数 rouwen rouwden
接続法単数1 rouwe rouwde
接続法複数1 rouwen rouwden
命令法単数 rouw
命令法複数1 rouwt
分詞 rouwend gerouwd
1) 古語.

派生語

[編集]

中英語

[編集]

動詞

[編集]

rouwen

  1. rowenの異形。

中期オランダ語

[編集]

異表記・別形

[編集]

語源

[編集]

古オランダ語 *riuwan < ゲルマン祖語 *hrewwaną

動詞

[編集]

rouwen

  1. (非人称) 残念に思う。

諸言語への影響

[編集]
  • オランダ語: rouwen
  • リンブルフ語: roewe