Jump to content

Dutch/Vocabulary/Landscape

From Wikibooks, open books for an open world

Dutch/vocabulary/landscape

Polder
de polder - polder
de molen - mill (windmill)
de akker -
acre, cultivated plot
het wad - tidal flat
het eiland - island
het gemaal - pumping station
Dijk
de dijk - dike
de sluis - lock sluice
de sloot - ditch
de wei - meadow
het bos - wood, forest
de heide - moore, heather
de boezem - collection canal
for drainage
de stad - city
het dorp - village, town
de uiterwaarde - land outside levee
de heuvel - hill
Duin
de duin / het duin - dune
de brug - bridge
de beek - creek
Rivier (Rijn)
de rivier - river
het meer - lake
de zee - sea
het strand - beach
de golf - wave
de berg - mountain
het dal - valley
de gracht - city canal
het schiereiland - peninsula
het kanaal - transportation canal

Quizlet

[edit | edit source]

You can also practice this material with flashcards at Quizlet