Het Latijnse woord operator betekent (be)werker. Daaruit zijn in het Nederlands verschillende bijzondere betekenissen afgeleid. In het dagelijks leven is een operator iemand die een apparaat of een installatie bedient. Een computeroperator bijvoorbeeld bediende mainframe-computers met alle randapparatuur: ponsband- en ponskaartlezers, magneetband- en , printers (regeldrukkers), plotters enz. In de VS maakt men nog steeds veel gebruik van telefoonoperators om gesprekken door te verbinden.