'n Medewerker achter de schermen
L.C.J. van Sandwijk
15 Januari 1902-15 Juli 1914
Het is niet onze gewoonte in ons tijdschrift zelfs ook maar eenigszins geregeld melding te maken van ‘jubilea’. In onze dagen, dat schier alles jubileert; waarin wij immers nagenoeg geen nummer van een dagblad kunnen inzien zonder tevens te vernemen dat de schrijver A. juist 100 jaar geleden werd geboren, de schilder B. zijn vijftigsten verjaardag viert en de tooneelster C. vóór 12½ jaar haar eerste ‘schuchtere schreden’ achter 't voetlicht zette - den tijd waarin, 't is meer gezegd, men dergelijke min of meer belangwekkende actualiteiten 's morgens thuis krijgt tegelijk met zijn warme kadetjes - in zulk een tijd mag het een wanhopig pogen heeten nog zooiets te zijn als: ‘actueel’. En dus ...
Dat ik echter ditmaal van mijn stelregel afwijk en tòch voor een jubileum hier de aandacht van mijn lezers kom verzoeken, heeft zijn zeer bizondere reden. Bij dit jubileum toch zijn wij, Gulden-Winckelaars, allen min of meer direct betrokken; 't betreft hier nl. een onzer medewerkers, een onzer meest bescheiden medewerkers weliswaar, wiens naam ge op het omslag tevergeefs zult zoeken; in 't kort: een der medewerkers... achter de schermen. En juist omdat deze medewerker zich zoo bescheiden achteraf pleegt te houden en zijn jubileum zeker in geen ander blad dan 't onze zal worden vermeld, dies voor de buitenwereld onopgemerkt zal voorbijgaan, juist daarom heb ik er nu aardigheid in er hier een paar woorden over te schrijven. Als dit nr. verschijnt is het op den kop af 12½ jaar geleden, dat Leendert Sandwijk als vaste ‘opmaker’ van ‘Den Gulden Winckel’ werd aangesteld, welke eenvoudige en toch zoo veel nauwlettendheid eischende taak hij van 't geboorte-uur van ons maandschrift af tot heden toe getrouw heeft vervuld. Onderschat die taak vooral niet, lezer, al kunt ge haar ook gemakkelijk òverschatten. Als onze volksdichter Adama van Scheltema het zingende vraagt:
Wie is het die de zwarte voren
In golvend goud veranderen doet ...
Wie is het die de wereld voedt? ...
Wie graaft de glinsterende kolen,
Wie schept het schitterende zout,
Wie haalt uit diepe duistere holen
Het gele glanzend zachte goud ...
en daar fier-jubelend op ten antwoord geeft, hoe 't zijn ‘de paarden en de ploegers, de zweeters en de zwoegers, de zaaiers van het zaad’ - in één woord: de doeners ‘van de daad’... dan moge het u, met mij, misschien toeschijnen, dat hier aan den ‘Arbeider’, den man van het handenwerk wat al te eenzijdig de eer wordt toegekend van de stuwkracht te zijn in 't Heelal, ja, waagt gij mèt mij zelfs allicht bescheidenlijk de vraag, of naast de mannen van de Hánd ook voor die van het Hóofd niet een plaatsje valt in te ruimen - even dwaas intusschen als het zijn zou vol te houden dat een tijdschrift eigenlijk uit niets dan letters bestaat, ware 't te beweren dat voor een tijdschrift in 't geheel geen letters, en bijgevolg ook geen letterzetters, noodig zijn. 't Is dus duidelijk dat een redacteur ook zijn stille, bescheiden medewerkers-achter-de-schermen niet missen kan, ja, terecht meent ook bij zijn lezers voor hen eenige dankbaarheid te mogen opeischen. Vooral voor den ‘opmaker’! Zij, die niet van nabij bij 't vak betrokken zijn, kunnen er zich geen flauw denkbeeld van vormen, welk een moeite en hoofdbreken het soms kost eer de aflevering goed in elkaar zit; eer al die stukjes zetsel van verschillende lengte sluitend zijn gemaakt en om de clichés zijn heen gewerkt. Nu eens is er iets te veel, dat door oordeelkundig ‘wit minderen’ moet worden ‘ingewonnen’, ginds blijkt weer wat te weinig, zoodat moet worden ‘uitgedreven’, waarbij dan tevens dient zorg gedragen dat geen hoofdje komt aan den voet van een bladzij. Etc.
Maar per slot van rekening kan toch alleen een redacteur zulk werk geheel naar rechte waarde schatten; - welnu Sandwijk! jou werk aan ‘Den Gulden Winckel’ heb ik in den loop der jaren leeren waardeeren, en 't is mij een genoegen dat hier op deze speciale plaats eens uit te spreken. Ga voort mij bij te staan ... achter de schermen; geloof het: een van mijn onmisbaarste medewerkers zijt gij; ook al prijkt je naam niet op het groene omslag!
GERARD VAN ECKEREN.
Redacteur van D.G.W.