Naar inhoud springen

washand

Uit WikiWoordenboek
washand
  • was·hand
  • samenstelling van  was  en  hand  de verkleinvorm washandje en washandjes worden het vaakste gebruikt.
enkelvoud meervoud
naamwoord washand washanden
verkleinwoord washandje washandjes

de washandv / m

  1. Meestal van badstof gemaakt zakje waarin de hand past waarmee men de rest van het lichaam kan wassen.
    • Hij moet een washandje door zijn gezicht halen, door het koude water wordt hij wakker en minder slaperig. 
100 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be