verschelen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verschelen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·sche·len

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van schee met het voorvoegsel ver-

Werkwoord

verschelen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verschelen	verscheelde	verscheeld
zwak -d	volledig

1. verschillend van elkaar zijn

   • Geen wit en koolzwart kan meer onderling verschelen.  

Synoniemen

• uiteenlopen, verschillen, afwijken, schelen

Gangbaarheid

• Het woord verschelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.