trutten
Uiterlijk
- trut·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
trutten |
trutte |
getrut |
zwak -t | volledig |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
trutten [1] [2]
de trutten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord trut
vervoeging van |
---|
trutten |
trutten
- meervoud verleden tijd van trutten
- Wij trutten.
- Jullie trutten.
- Zij trutten.
- Wij trutten.
- Het woord trutten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal