toegangsbewijs
Uiterlijk
- toe·gangs·be·wijs
- samenstelling van toegang en bewijs met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toegangsbewijs | toegangsbewijzen |
verkleinwoord | toegangsbewijsje | toegangsbewijsjes |
het toegangsbewijs o
- is een bewijs, meestal in de vorm van een kaart, maar ook wel als polsbandje, of stempel op hand of pols, dat voor de toegang betaald is
- Formeel is een toegangsbewijs een rechtsgeldig bewijs van de overeenkomst die de dienstverlener en degene die voor de dienst betaald heeft, zijn aangegaan.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord toegangsbewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.