Naar inhoud springen

quinto

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Quinto


  • quin·to

quinto

  1. (verouderd) ten vijfde
      Liefste beste Kneppelhout,
    Zeker had ik U al een dag of drie vroeger geantwoord, ware 't niet, dat mij allerlei onverwachte drokten op 't lijf waren gevallen; vooreerst werken! - secundo heb ik een paar Jongelui uit Utrecht wat moeten amuseren, hetgeen met werken! niet rijmt; tertio is 't gisteren en eergisteren definitief hondenweêr geweest, niet geschikt om een fatsoenlijken brief te schrijven; quarto ben ik met de kersdagen bijzonder kerksch geweest; quinto was ik te wèl en te jolig om een brief te schrijven, toen het zulk heerlijk koud weêr was, het beste nervium dat geen dokter, maar de Hemel zelf heeft uitgevonden etc. etc.
    [1]
42 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 22 mei 2020 Weblink bron Brief aan J. Kneppelhout (28 december 1848) in:
    P.A. de Genestet (ed. C.M. Verkroost)
    Jeugdbrieven. (1987), Rijksuniversiteit Utrecht, Utrecht, ISBN 909002042X, p. 1
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Rangtelwoord (spa)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3, 3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

quinto

  1. vijfde