Naar inhoud springen

persisteren

Uit WikiWoordenboek
  • per·sis·te·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
persisteren
persisteerde
gepersisteerd
zwak -d volledig

persisteren

  1. inergatief volharden
    • Ik persisteer in mijn verzoek om hierover vandaag hoofdelijk te stemmen. 
81 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[3]