pensioenpot
Uiterlijk
- Geluid: pensioenpot (hulp, bestand)
- pen·si·oen·pot
- samenstelling van pensioen zn en pot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pensioenpot | pensioenpotten |
verkleinwoord | pensioenpotje | pensioenpotjes |
de pensioenpot m
- het kapitaal dat door de pensioenfondsen wordt beheerd
- ▸ In grote lijnen zijn de vakbonden, werkgevers en het kabinet het wel eens over hoe het nieuwe stelsel eruit gaat zien. Maar er is nog wel een pensioenpot met 1500 miljard uit het huidige stelsel die eerlijk verdeeld moet worden. Dat is heel complexe materie. En daarvoor is extra tijd nodig.[1]
- ▸ De pensioenpot is de afgelopen tien jaar ruim verdubbeld tot 1800 miljard. Toch worden gepensioneerden al jaren afgeknepen. Ook van het nieuwe Pensioenakkoord zullen vooral de fondsen zelf profiteren, verwacht programmamaker Cees Grimbergen. 50Plus-senator Martin van Rooijen ziet er net zomin iets in: ‘Het is een stelsel van beloven en beroven.’[2]
- Het woord pensioenpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Pensioenonderhandelingen in 'laatste fase', grote verandering nu al duidelijk” (Vrijdag 29 mei 2020), NOS
- ↑ Weblink bron Willem Pekelder“‘De pensioenindustrie danst op tafel’” (26/09/2021), HP de Tijd