Naar inhoud springen

motiv

Uit WikiWoordenboek
  • mo·tiv
  • Afkomstig van het Franse woord motif, dat van het Latijnse woord motivus komt, dat weer van het Latijnse werkwoord movere (= bewegen) afgeleid is
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   motiv     motivet     motiver     motiverne  
genitief   motivs     motivets     motivers     motivernes  

motiv o

  1. beweeggrond, beweegreden, motief
  2. (kunst) motief, onderwerp (een zich herhalend patroon b.v. in de fotografie)
  3. (letterkunde) motief (een onderwerp in verscheidene literaire werken)
  4. (muziek) motief (een karakteristiek ritme)


  • mo·tiv
  • Afkomstig van het Franse woord motif, dat van het Latijnse woord motivus komt, dat weer van het Latijnse werkwoord movere (= bewegen) afgeleid is
Naar frequentie 5840
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   motiv     motivet     motiv
motiver  
  motiva
motivene  
genitief   motivs     motivets     motivs
motivers  
  motivas
motivenes  

motiv o

  1. beweeggrond, beweegreden, motief
  2. (juridisch) motief (een logische reden voor een daad)
  3. (kunst) motief, onderwerp (een zich herhalend patroon b.v. in de fotografie)
  4. (letterkunde) motief (een onderwerp in verscheidene literaire werken)
  5. (muziek) motief (een karakteristiek ritme)
  • [3]: et godt motiv
een goed onderwerp
  • [1]: vikarierende motiv
een voorgespiegeld motief


  • mo·tiv
  • Afkomstig van het Franse woord motif, dat van het Latijnse woord motivus komt, dat weer van het Latijnse werkwoord movere (= bewegen) afgeleid is
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   motiv     motivet     motiv     motiva  

motiv o

  1. beweeggrond, beweegreden, motief
  2. (juridisch) motief (een logische reden voor een daad)
  3. (kunst) motief, onderwerp (een zich herhalend patroon b.v. in de fotografie)
  4. (letterkunde) motief (een onderwerp in verscheidene literaire werken)
  5. (muziek) motief (een karakteristiek ritme)
  • [1]: vikarierande motiv
een voorgespiegeld motief


  • IPA: /mɔtɪf/, /motiːf/
  • mo·tiv

motiv monbezield

  1. motief; de reden om iets te doen
    «Zahynulo nejméně 5 lidí a motiv činu zatím není jasný.»
    Er zijn tenminste 5 mensen omgekomen en het motief van de daad is voor als nog niet duidelijk.
  2. motief; een zich herhalend patroon
    «Snímatelný potah matrace tvoří bavlněná textilie potisknutá různými dětskými motivy
    De afneembare matrashoes wordt gemaakt van katoen bedrukt met verschillende kindermotieven.
  3. motief; een onderwerp in een literair werk
  1. pohnutka v, podnět monbezield
  2. vzor monbezield
  3. námět monbezield, téma o