laso

Indonesisch

Woordafbreking

• la·so

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels lasso

Zelfstandig naamwoord

laso

1. lasso

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

laso o

1. lasso; een touw met verschuifbare lus om door er mee te gooien koeien en paarden ermee te vangen

Afgeleide begrippen

• lasovať imperfectief
• lasový

Verwante begrippen

• lasovanie o

Anagrammen

• Laos m

Toki Pona

laso in Sitelen Pona

Uitspraak

• Geluid:  laso    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈlaso/

Woordafbreking

• la·so

Woordherkomst en -opbouw

• van Welsh glas "blauw", "onervaren"

Zelfstandig naamwoord

laso

1. (kleur) blauw, groen

Bijvoeglijk naamwoord

laso

1. (kleur) blauw, groen

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /lasɔ/

Woordafbreking

• la·so

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Duitse Lasso

Zelfstandig naamwoord

laso o

1. lasso; een touw met verschuifbare lus om door er mee te gooien koeien en paarden ermee te vangen

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	laso	lasa
genitief	lasa	las
datief	lasu	lasům
accusatief	laso	lasa
vocatief	laso	lasa
locatief	lasu / lase	lasech
instrumentalis	lasem	lasy

Afgeleide begrippen

• lasovat imperfectief / perfectief
• lasový

Verwante begrippen

• lasování o

Anagrammen

• Laos monbezield

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Xhosa

Bezittelijk voornaamwoord

laso

1. vorm van -so, verwijzend naar een woord van klasse 7 in bezit van een woord van klasse 5 : zijn, haar, ervan