Naar inhoud springen

geweest

Uit WikiWoordenboek
  • ge·weest
vervoeging van: zijn…
verbogen vorm: geweeste

geweest

  1. voltooid deelwoord van zijn
  2. vormt de voltooide tijden
     Na een lange beklimming stond ik uitgeput boven op Mount Whitney. De hele dag was het vriendelijk en rustig weer geweest, maar nu kwam er vanaf de andere kant van de berg een zwaar onweer op me af dat om de paar seconden fel oplichtte.[1]
  • Het deelwoord wordt niet als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Daartoe gebruikt men gewezen.
  • op geweest zijn voor een examen
vervoeging van: wezen…
verbogen vorm: geweeste

geweest

  1. voltooid deelwoord van wezen
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia