diapsiden

Nederlands

nijlkrokodil (Crocodylus niloticus)

Uitspraak

• Geluid:  diapsiden    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• diap·si·den

Woordherkomst en -opbouw

•  diapside zn  met de uitgang -n

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		diapsiden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de diapsiden mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord diapside
2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een onderklasse Diapsida  van Amniota  met twee openingen aan beide zijden in het deel achter de oogkas van hun schedel (zie afbeeldingen). Ze omvatten onder andere de krokodillen, hagedissen, slangen, schildpadden en vogels. Bij de laatste twee groepen zijn een of beide gaten in de evolutie weer verloren gegaan, maar ze worden op grond van hun afstamming toch tot de diapsiden gerekend

Hyperoniemen

• [2] reptielen, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] brughagedissen, dinosauriërs, krokodilachtigen, schubreptielen
• [2] pterodactylus

Gangbaarheid

• Het woord 'diapsiden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.