Naar inhoud springen

diapason

Uit WikiWoordenboek
  • di·a·pa·son
enkelvoud meervoud
naamwoord diapason diapasons
verkleinwoord diapasonnetje diapasonnetjes

de diapasonm

  1. (muziek) stemvork
  2. (muziek) algemeen aangenomen toonhoogte van de 'a' bij het stemmen van muziekinstrumenten
11 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[2]


  • IPA: /dʌɪə'peɪzən/
enkelvoud meervoud
diapason diapasons

diapason

  1. stemsleutel
  2. stemvork