Naar inhoud springen

angetrieben

Uit WikiWoordenboek
  • an·ge·trie·ben
  • Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel an- en met het voorvoegsel ge-

angetrieben

  1. voltooid (verleden) deelwoord van antreiben

werden angetrieben

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben

werden angetrieben

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben

werden angetrieben

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben

angetrieben werden

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben

werden angetrieben gewesen sein

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben gewesen sein

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben gewesen sein

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben gewesen sein

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben haben

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben haben

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben haben

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben haben

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben sein

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)

werden angetrieben sein

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)

werden angetrieben sein

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)

werden angetrieben sein

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)


werden angetrieben werden

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)

werden angetrieben werden

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)

werden angetrieben werden

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)

werden angetrieben werden

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur I)

werden angetrieben worden sein

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben worden sein

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben worden sein

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)

werden angetrieben worden sein

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd aanvoegende wijs lijdende vorm van antreiben (Futur II)