Naar inhoud springen

afloden

Uit WikiWoordenboek
Afloden van de bodem met een dieplood vanaf een fregat
  • af·lo·den

afloden [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afloden
loodde af
afgelood
zwak -d volledig
  1. (waterbeheer) (scheepvaart) met een dieplood de diepte van een water bepalen
  2. (bouwkunde) bepalen van een loodlijn
  3. afwachtend, verborgen, stil een situatie waarnemen om op basis van die waarneming te handelen
34 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.[2]