vernevelen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vernevelen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·ne·ve·len

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van nevel met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en

Werkwoord

vernevelen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
vernevelen	vernevelde	verneveld
zwak -d	volledig

1. van een vloeistof: als kleine druppeltjes in de lucht spuiten

   • Bewoners en medewerkers van De Posten slagen er maar niet in om af te komen van het zeer besmettelijke Noro-virus. Vandaag gaat het zorgcentrum aan De Posten het hardnekkige virus te lijf met Alpha D3-Fogging. Een desinfectiemethode die gebaseerd is op het vernevelen van waterstofperoxide.  
   • Infuus aanleggen, vernevelen, spuiten, noem maar op. Terwijl ik daar niet voor geleerd heb." Op de vraag of het niet tijd is dat de kinderen de professionele opvang in gaan, dus uit huis, zegt ze: "Daar hebben we naar gekeken. Maar ze kunnen nergens terecht. Ze zijn te complex en vallen overal tussenin."  
   • Bij Ten Cate aan de P.C Stamstraat in Nijverdal is maandag aan het eind van de ochtend een ammoniakleiding geknapt. De brandweer is aanwezig om de vrijgekomen stoffen te vernevelen. Rondom het bedrijf hing een sterkte ammoniaklucht.  

Synoniemen

• verstuiven

Verwante begrippen

• sprayen

Afgeleide begrippen

• vernevelaar, vernevelapparaat, verneveling

Vertalingen

    1.   

Engels: mist (en), misting (en), spray (en), atomize (en), nebulize (en),

Gangbaarheid

• Het woord vernevelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vernevelen" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.