selderij

Nederlands

bloeiende knolselderij

Uitspraak

• Geluid:  selderij    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌsɛldəˈrɛi / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• sel·de·rij

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans céleri, in de betekenis van ‘plant’ aangetroffen vanaf 1873

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	selderij
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de selderij m

1. (bloemplanten) bepaald soort plant, Apium graveolens  uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae ). Selderij komt voor langs de kust op natte, enigszins zilte tot brakke grond en soms langs sloten
2. (kruid) eetbaar deel van Apium graveolens  met een hartig, frisse smaak, vergelijkbaar met peterselie maar dan sterker
   (wikidata: selderij )

Synoniemen

• selderie
• selder (Vlaanderen)

Hyperoniemen

• moerasscherm, schermbloemenfamilie, zaadplanten, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• bleekselderij

Verwante begrippen

• knolselderij, snijselderij

Hyponiemen

• bladselderij, bosselderij, groenselderij, raapselderij, struikselderij

Afgeleide begrippen

• selderijblad, selderijgroen, selderijknol, selderijloof, selderijolie, selderijplant, selderijsalade, selderijsla, selderijsoep, selderijstengel, selderijvlieg, selderijwortel, selderijzaad, selderijzout

Vertalingen

    1. bepaald soort plant, Apium graveolens   

Bulgaars: целина (bg) v Duits: Sellerie (de) Engels: celery (en) Esperanto: celerio (eo) Frans: céleri (fr)

Hebreeuws: סלרי (he) Hongaars: Zeller (hu) Japans: セロリ (ja) Pools: celer zwyczajny (pl) Spaans: apio (es) m

Gangbaarheid

• Het woord selderij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "selderij" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] selderij in het Nederlands Soortenregister N
• [1] selderij op Wikidata
• [1] selderij op "Wilde planten in Nederland en België" ♣