karren
Uiterlijk
- kar·ren
- [A] zn: kar zn met de uitgang -en [1]
- [A] ww: afgeleid van kar zn met het achtervoegsel -en [2]
- [B] zn van Duits Karren zn , in de betekenis van ‘smalle gleuven in kalksteen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [3] [4]
- [C] ww: van Middelnederlands kerren [5]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
karren |
karde |
gekard |
zwak -d | volledig | [A] |
[A] karren
- inergatief (snel) met een voertuig rijden
- ▸ Dat boompje leek me een soort hindernis. „Onzin!” zei ik tegen mezelf. „We karren er gewoon overheen!”[6]
- overgankelijk in een bak op wielen vervoeren
- ▸ Eén van de ovens was een zogeheten veldoven, waarvan de lange zijden gemetseld werden van oude stenen en de kopzijden gebruikt werden om de groene (droge,ongebakken) stenen naar binnen te karren en te stapelen.[7]
- [1] racen
de [A] karren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kar
- ▸ Door het bombarderen van de nabijgelegen weg vatte de familieboerderij vlam. Gelukkig wisten zijn vader en broers het vuur te blussen voordat de hele familie op de vlucht sloeg. „Te voet, met twee karren en een paar koeien”.[8]
[B] de karren mv
- alleen meervoud (geologie) smalle gleuven in rotsen die ontstaan door regen- of smeltwater dat langdurig stroomt over kalksteen, steenzout of andere gesteenten die kunnen oplossen in water
- ▸ In de jaren '90 is bij het afgraven van de kalksteen door de ENCI een ingestorte karstholte in een ondergrondse groeve ontdekt. Ook zijn hier en daar karren met allerlei grillige patronen te zien.[9]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
karren |
karde |
gekard |
zwak -d | volledig | [C] |
[C] karren
- inergatief een krakend of knarsend geluid voortbrengen
- Het woord karren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "karren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[10] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ karren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "karren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Judith Eiselin & Daan Remmerts de Vries“Tjallings dagboek” (20 april 2007) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron André Kersten“De kloostermoppen van Hernen” (8 april 2015) op EenWagenVolVerhalen.nl
- ↑ Weblink bron Alojzy Jedamski interview door Emilie van Outeren“De bevrijding van Nederland : ‘Ik stapte op een blikje fosfor en stond meteen in lichterlaaie’” (5 mei 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Carla Janssen“Karstverschijnselen in de Sint-Pietersberg” (2012) op geologievannederland.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Betekenis alleen in meervoud in het Nederlands
- Geologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %