Naar inhoud springen

absolvuješ

Uit WikiWoordenboek
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
  • IPA: /apsɔlvʊjɛʃ/
  • ab·sol·vu·ješ

absolvuješ

  1. informeel tweede persoon enkelvoud aantonende wijs van het (im)perfectieve werkwoord absolvovat